Prijsgeven recht op bijzonder partnerpensioen eigen beheer

Prijsgeven recht op bijzonder partnerpensioen: soepel standpunt belastingdienst
3 augustus 2015 (update 12 februari 2018)
Bij de echtscheiding van een DGA met pensioen in eigen beheer wordt regelmatig afgesproken dat de ex-echtgenoot van de DGA afziet van het recht op bijzonder partnerpensioen. Je zou nu kunnen stellen dat er sprake is van gesanctioneerd prijsgeven van pensioenrechten (aanspraak belast + 20% revisie). De belastingdienst gaat hier gelukkig soepel mee om zo blijkt uit Vraag & Antwoord 15-001 dat dateert van 26 juni 2015 maar op 10 november 2017 is geactualiseerd.   

Standpunt belastingdienst
Het recht op bijzonder partnerpensioen ontstaat bij echtscheiding op grond van art. 3a lid 3 van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. De pensioenovereenkomst bevat vaak een bepaling die hierbij aansluit. Als nu wordt afgesproken dat de ex van de DGA afziet van dit recht – vaak wordt ook afgesproken dat wordt afgezien van verevening van het ouderdomspensioen – dan komt dit recht te vervallen. Om fiscale sancties te voorkomen is het aan te bevelen om af te spreken dat dit recht wordt ingeruild voor extra ouderdomspensioen ten behoeve van de DGA. Dit is zonder meer mogelijk o.g.v. art. 18d Wet op de loonbelasting 1964. Als er behalve het afzien niets wordt afgesproken dan komt het recht op (bijzonder) partnerpensioen te vervallen. De belastingdienst lijkt daar in het bovengenoemde Vraag en Antwoord anders over te denken en stelt dat de DGA sowieso gerechtigde blijft tot de opgebouwde aanspraak op partnerpensioen en dat dit o.g.v. art. 19b lid 3 Wet LB 1964 zonder fiscale heffing mogelijk is. Ook is er geen probleem met de fiscale eis dat er voor een partnerpensioen in eigen beheer een aanwijsbare partner moet zijn (zie art. 10c onderdeel d Uitv.besl. LB 1965). Volgens de belastingdienst geldt deze eis alleen zolang er sprake was van pensioenopbouw.

Zolang er nog geen nieuwe partner is mag bij de waardering van recht op partnerpensioen de geboortedatum en het geslacht van de ex-partner worden gehanteerd, aldus de belastingdienst. Als er op pensioendatum nog geen nieuwe partner voor partnerpensioen is aangewezen dan moet het partnerpensioen worden omgezet in extra ouderdomspensioen. Ook hier geldt dat moet worden gerekend met de geboortedatum en het geslacht van de ex-partner. Vindt de omzetting niet (tijdig) plaats dan loopt de DGA het risico dat sprake is van gesanctioneerd prijsgeven van  pensioen.

Ten slotte
Hoewel er theoretisch wel een en ander valt af te dingen op het standpunt van de belastingdienst kunnen we er in de praktijk toch mee uit de voeten. In situaties dat men is vergeten de omzetting van het bijzonder partnerpensioen in extra ouderdomspensioen vast te leggen biedt dit standpunt de mogelijkheid om dit achteraf alsnog te doen.

Ten slotte merk ik op dat het voor de hand ligt dat de ex van de DGA wordt gecompenseerd voor het afzien van de pensioenverdeling. Een dergelijke pensioenverrekening kan gevolgen hebben in de inkomstenbelasting: een aftrekpost voor de ene ex-echtgenoot en een inkomensbijtelling voor de andere echtgenoot. Meer daarover in een volgende blog.

 David Bakker