Wet toekomst pensioenen: wijzigingen lijfrenteregime

Wet toekomst pensioenen: wijzigingen lijfrenteregime

De wet toekomst pensioenen heeft ook enige wijzigingen voor het lijfrenteregime in petto. We bespreken de per 1 januari 2023 beoogde wijzigingen voor de jaar- en reserveringsruimte:

Huidige jaarruimte
De belastingplichtige die bij de aanvang van het kalenderjaar nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, kan, vanwege een pensioentekort in het voorafgaande kalenderjaar, een bedrag aan premies voor lijfrenten als bedoeld in art. 3.125 Wet IB 2001 in aftrek brengen. Dit bedrag aan lijfrentepremieaftrek wordt berekend volgens de volgende formule:

Jaarruimte = (13,3% x PG) – (6,27x A)  – O

Premiegrondslag (PG) = ‘box 1 inkomen’ in jaar t-1 (max. € 114.866) -/- € 12.837 (franchise)
A = pensioenopbouw jaar t-1
O = netto-toename oudedagsreserver jaar t-1

Wijzigingen jaarruimte
De mogelijkheid om de jaarruimte te benutten wordt met 5 jaar verlengd. Dus de aftrek is dan  mogelijk voor de belastingplichtige die bij de aanvang van het kalenderjaar nog niet de leeftijd heeft bereikt die 5 jaar hoger is dan de AOW-gerechtigde leeftijd. Voorts wordt de franchise in de jaarruimte-formule verhoogd en gelijkgesteld aan de minimale AOW-franchise in pensioenregelingen. Maar omdat de vermenigvuldigingsfactor van 13,3% wordt verhoogd naar 30% wordt de jaarruimte per saldo verruimd:

Jaarruimte = (30% x (inkomen tot € 114.866 -/- € 14.802) – (6,27x A)  – O

Huidige reserveringsruimte
De niet-benutte jaarruimte in de zeven voorafgaande jaren kan men later alsnog benutten. Dit heet reserveringsruimte. Het bedrag aan te benutten reserveringsruimte bedraagt ten hoogste 17% van de premiegrondslag met een maximum van € 7.587. Voor belastingplichtigen die bij het begin van het kalenderjaar een leeftijd hebben bereikt die ten hoogste 10 jaar lager is dan de AOW-leeftijd wordt dit maximum verhoogd € 14.978.

Wijzigingen reserveringsruimte
De terugwenteltermijn van 7 jaar wordt verlengd naar 10 jaar. Bovendien worden bovengenoemde maxima van € 7.587 en € 14.978 vervangen door een algemeen geldend maximum van € 38.000.