Uitkeringsduur ODV: puntjes op de i

Uitkeringsduur ODV: puntjes op de i
14 mei 2018
De uitkeringsduur van een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting (ODV) dient in maanden nauwkeurig te worden vastgesteld. Dit leidt ik af uit V&A 17-029 d.d. 10-11-2017 van het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst (CAP). Dit laat onverlet dat de feitelijke betaling in maand-, kwartaal of jaartermijnen mag plaatsvinden. Door het vervallen van V&A 17-019 d.d. 010417  lijkt het erop dat de vaststelling van de duur in hele jaren met een vrijwillige keuze om naar boven of beneden af te ronden niet meer is toegestaan (zie mijn eerdere blog hierover).

Uitkering achteraf niet altijd mogelijk
Wanneer een pensioen wordt omgezet in een ODV (dit kan nog tot en met 31 december 2019) twee maanden nadat de AOW-leeftijd is bereikt, dient de eerste termijn direct na omzetting in te gaan (zie art. 38p, lid 2, onderdeel a, 3° Wet LB). Het CAP leidt hieruit af dat een uitkering bij achterafbetaling niet mogelijk is (V&A 17-029 d.d. 10-11-2017). Blijkbaar wil men een verkapt uitstel van de ingangsdatum van de ODV – bijvoorbeeld door betaling per jaar achteraf – voorkomen.

Als het pensioen al eerder (vóór AOW-leeftijd plus 2 maanden) is omgezet in een ODV moet de eerste ODV-termijn uiterlijk twee maanden nadat de AOW-leeftijd is bereikt ingaan (zie art. 38p, lid 2, onderdeel a, 1° Wet LB). Ook in deze situatie is verkapt uitstel door betaling achteraf niet mogelijk.

Correctie uitkeringstermijn o.b.v. oud CAP-standpunt
Het CAP heeft aan het periodiek Pensioen-up-to-Date (zie Pensioen-up-to-Date 2018, nr. 2) het volgende laten weten:
“Een reeds lopende uitkering, welke op basis van de eerste versie van Vraag & Antwoord 17-109 is vastgesteld, hoeft tot aan het de eerst volgende uitkeringsverjaardag niet aangepast te worden naar aanleiding van het gewijzigde standpunt in Vraag en Antwoord 17-019 (en 17-029). Pas vanaf de eerst volgende uitkeringsverjaardag dient u wel rekening te houden met het bepaalde in het huidige Vraag & Antwoord 17-019 en 17-029.
Volledigheidshalve merk ik op dat het niet mogelijk is, om al dan niet naar aanleiding van het gewijzigde standpunt in Vraag & Antwoord 17-019 (dan wel 17-029), de datum van de uitkeringsverjaardag te wijzigen naar bijvoorbeeld 1 januari 2018. De oorspronkelijke uitkeringsverjaardag blijft het uitgangspunt voor het vaststellen van de uitkeringsperiode en de jaartermijn.” 

Pensioen up to Date geeft ter illustratie het volgende voorbeeld:
Per 1 april 2017 , de DGA was op die datum 68 9/12 jaar, is het pensioen in eigen beheer omgezet in een ODV-aanspraak. De AOW-leeftijd is 3 8/12 jaar eerder bereikt. De resterende tijd tot een tijdstip dat 20 jaar na de AOW-leeftijd ligt is 16 jaar en 4 maanden. Op grond van V&A 17-019 (versie april 2017) wordt de ODV-aanspraak dan uitgekeerd in 17 jaar. Bij een fiscale waarde van € 400.000 op de omzettingsdatum bedraagt de ODV-uitkering in het eerste jaar € 23.529. Op 1 april 2018 wordt de uitkeringsverjaardag bereikt. Het resterende ODV-saldo bedraagt dan € 376.471. Dit bedrag wordt verhoogd met 0,06% (het gewogen gemiddelde u-rendement) tot € 376.696. En dit saldo wordt gedeeld door 15 jaar en 4 maanden, de uitkering wordt hiermee € 24.567.

David Bakker

 

Wilt u op de hoogte blijven? Schrijf u dan hieronder in voor de nieuwsbrief.