Uitfasering pensioen in eigen beheer en echtscheiding

Uitfasering pensioen in eigen beheer en echtscheiding
31 mei 2018
Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst (CAP) heeft op 24 mei jl. een interessant V&A gepubliceerd over de verdeling van een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting (ODV) bij echtscheiding. Eerder dit jaar werden al twee V&A’s inzake echtscheiding gepubliceerd.

Ex-partner DGA kan bijzonder partnerpensioen afkopen of omzetten in ODV
In standaardsituaties wordt bij echtscheiding het ouderdomspensioen verevend en ontstaat daarnaast een recht op bijzonder partnerpensioen voor de ex van de DGA. Het ouderdomspensioen kan niet door de DGA en ex-partner afzonderlijk worden uitgefaseerd. Dat was uit de parlementaire behandeling van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer wel duidelijk geworden. Het bijzonder partnerpensioen mag – omdat het een eigen recht is – wel door de ex-partner van de DGA worden afgekocht of worden omgezet in een ODV (zie V&A 18-001 d.d. 19 januari 2018). Maar het blijft mijns inziens mogelijk dat de DGA het ouderdomspensioen en het bijzonder partnerpensioen zelf afkoopt of omzet in een ODV (uiteraard met toestemming van de ex-partner). Het V&A is daar in ieder geval niet helemaal duidelijk in.

Indien het recht op verevening en het bijzonder partnerpensioen zijn omgezet in een zelfstandig ouderdomspensioen voor de ex-partner van de DGA (conversie) dan kan de ex-partner dit recht afkopen of omzetten in een ODV. De DGA kan zijn resterende rechten uiteraard ook uitfaseren. V&A 18-002 d.d. 19 januari 2018 behandelt hoe je de korting bij afkoop berekent in de situatie van conversie.

Verdeling ODV bij echtscheiding
Bij een echtscheiding mag de DGA zijn ODV geheel of gedeeltelijk vervreemden aan zijn (aanstaande) ex-partner. Dat staat in V&A 18-006 d.d. 24 mei 2018 maar is eigenlijk geen groot nieuws want het volgt gewoon uit de wet. Immers, art. 38p lid 4 Wet LB verklaart art. 19b lid 3 Wet LB (tekst 2016) – dat handelt over vervreemding van pensioenaanspraken bij echtscheiding – van overeenkomstige toepassing.

Interessanter is dat het is toegestaan om af te spreken dat de BV (een deel van) de ODV termijnen – onder inhouding van loonbelasting – uitkeert aan de ex-partner van de DGA (de termijnen zijn dan loon van de ex-partner) terwijl de ODV wel een aanspraak van de DGA blijft. Deze uitbetaling stopt als de DGA overlijdt. Dan gaat de ODV naar de erfgenamen. Als de ex-partner eerder overlijdt dan de DGA gaan de ODV-termijnen weer naar de DGA. Dit lijkt op de praktijk bij pensioenverevening.

Een andere toegestane mogelijkheid is dat de DGA eerst volledig de ODV-uitkeringen (na inhouding van loonheffing) ontvangt en de ODV-uitkering (bruto-bedragen) vervolgens geheel of gedeeltelijk doorbetaalt aan de ex-partner. De door hem betaalde bedragen zijn volgens het CAP bij hem als persoonsgebonden aftrekpost aftrekbaar o.g.v. art. 6.3 Wet IB 2001 en bij de ex-partner belast als aangewezen periodieke uitkeringen en verstrekkingen o.g.v. art. 3.101 Wet IB 2001. De vraag is of dit standpunt van het CAP juist is. Genoemde artikelen spreken over verrekening van lijfrenten en pensioenen. De ODV wordt niet expliciet genoemd.

David Bakker

Wilt u op de hoogte blijven? Schrijf u dan hieronder in voor de nieuwsbrief.