Oprenting ODV. Welk bedrag op de eindbalans 2017?

Oprenting ODV. Welk bedrag op de eindbalans 2017?
14 februari 2018
Wanneer een DGA zijn pensioen in eigen beheer in 2017 heeft omgezet in een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting (ODV) zal de ODV op eindbalans 2017 moeten gewaardeerd. Dat lijkt eenvoudigweg een kwestie van oprenting. Maar het is iets ingewikkelder. Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen (CAP) van de Belastingdienst publiceerde V&A 17-027 d.d. 29 september 2017 over deze kwestie. Van belang is het onderscheid tussen oprenting van de aanspraak (loonbelastingsfeer) en oprenting in de winstsfeer (fiscale waardering van de ODV op de balans).

Goedkeuring
In de ogen van de belastingdienst is het uitgangspunt dat de oprenting van de ODV-aanspraak jaarlijks op de omzettingsverjaardag plaatsvindt. Bovengenoemd V&A keurt goed dat – als de ODV nog niet is ingegaan – de oprenting ook aan het einde van het boekjaar mag plaatsvinden. Het voordeel hiervan dat het bedrag aan opgerente aanspraak ook op de fiscale balans kan worden opgenomen. Als je hier niet voor kiest en de oprenting op de omzettingsverjaardag laat plaatsvinden, dan mag naast de passiefpost ODV nog een transitoire passiefpost op de balans worden opgenomen. Deze post betreft dan de oprenting die ziet op de periode tot balansdatum, maar pas op de omzettingsverjaardag plaatsvindt. Indien de ODV-uitkeringen zijn ingegaan kan oprenting van de ODV-aanspraak alleen op de uitkeringsverjaardag plaatsvinden. Op balansdatum kan dan nog wel een transitoire passiefpost worden opgenomen in verband met de komende oprenting. Ter verduidelijk een aantal voorbeelden:

Voorbeeld oprenting niet-ingegane ODV op balansdatum (methode 1)
Op 1 juli 2017 is het pensioen in eigen beheer, tegen de fiscale waarde van € 100.000, omgezet in een ODV. De aanspraak wordt tot en met balansdatum 31-12-2017 opgerent met 0,06% (gemiddelde u-rendement over 2016). Dit betekent een oprenting van € 30 zodat de waarde van de ODV per ultimo 2017 € 100.030 bedraagt. Dit is tevens de balanswaarde. Over het jaar 2018 wordt ook opgerent met 0,06% (gemiddelde u-rendement over 2017). De oprenting per ultimo 2018 bedraagt dan afgerond € 60 (0,06% x € 100.030). De waarde van de ODV per ultimo 2018 bedraagt dan € 100.090, evenals de balanswaarde.

Voorbeeld oprenting niet-ingegane ODV op omzettings-verjaardag (methode 2)
Op 1 juli 2017 is het pensioen in eigen beheer, tegen de fiscale waarde van € 100.000, omgezet in een ODV. Op 1 juli 2018 vindt de oprenting plaats tegen het gewogen gemiddelde van het rendement dat geldt voor het tweede half jaar van 2017 (gemiddeld u-rendement 2016 ad 0,06%) en het rendement dat geldt voor het eerste half jaar in 2018 (gemiddeld u-rendement 2017 ad 0,06%), een gewogen gemiddelde derhalve van 0,06%. De oprenting is dus € 60, zodat de waarde van de ODV per 1 juli 2018 na oprenting € 100.060 bedraagt. Eind 2017 wordt ODV voor € 100.000 op de balans gewaardeerd. Daarnaast kan er nog een transitoire passiefpost worden opgenomen voor de oprenting die ziet op de periode tot balansdatum maar pas op de omzettingsverjaardag plaatsvindt. De hoogte daarvan is € 30 (of lager als je die € 30 nog contant zou moeten maken van 1 juli 2018 naar 31 december 2017).

Voorbeeld oprenting ingegaan ODV
Op 1 juli 2017 is het pensioen in eigen beheer, tegen de fiscale waarde van € 240.000, omgezet in een direct uitkerende ODV met een duur van 20 jaar. De jaarlijkse uitkering van € 12.000 wordt in maandtermijnen van € 1.000 uitgekeerd. Hoe luidt de waardering per ultimo 2017? Het V&A is daar niet heel duidelijk in maar de volgende benadering lijkt redelijk. Op 1 juli 2018 (uitkeringsverjaardag) is het resterende ODV-saldo € 228.000 (€ 240.000 -/- 12.000). Hierover vindt een oprenting van € 136 plaats (0,06%). Eind 2017 is er € 6.000 uitgekeerd zodat de ODV voor € 234.000 op de fiscale balans kan worden gepassiveerd (€ 240.000 -/- € 6.000).  Daarnaast kan er nog een transitoire passiefpost worden opgenomen voor de oprenting die ziet op de periode tot balansdatum maar pas op de uitkeringsverjaardag plaatsvindt. De hoogte daarvan is 50% van € 136, € 68 derhalve (of lager als je die € 68 nog contant zou moeten maken van 1 juli 2018 naar 31 december 2017).

Ten slotte
Voor niet-ingegane ODV’s lijkt methode 1 op grond van praktische redenen de voorkeur te genieten. Overigens zullen beide methoden, op het moment dat de ODV gaat uitkeren, tot een klein verschil in uitkomst leiden omdat de oprenting niet gelijk oploopt.


David Bakker

Wilt u op de hoogte blijven? Schrijf u dan hieronder in voor de nieuwsbrief.